User:Zweifel/stadfries
This is the Dutch version of the article. I am going to translate it. Zweifel 00:33, 1 December 2006 (UTC)
And the link to the article itself: Stadsfries language
Stadsfries | |
---|---|
Stadsfrys, Liwwarders | |
Pronunciation | ˈstɑtsfris |
Native to | Netherlands |
Native speakers | 45,000 |
Indo-European
| |
Latin | |
Language codes | |
ISO 639-1 | nl |
ISO 639-2 | dut (B) nld (T) |
ISO 639-3 | nld |
Stadsfries or Stadfries (Stadsfrys in de taal zelf, Stedsk in het Fries, Liwwarders in Leeuwarden) is de samenvattende naam van de stadsdialecten die in Friese steden en grote plaatsen Leeuwarden, Sneek, Bolsward, Franeker, Dokkum, Harlingen, Stavoren en tegenwoordig ook (weer) in Heerenveen gesproken worden. Op taalkundige gronden zijn ook het Midslands, het Amelands, het Bildts en het Kollummers verwant aan het Stadsfries.
Stadsfries or Stadfries (Stadsfrys in the language itself, Stedsk in Frisian, and Liwwarders in Leeuwarden) is a set of dialects spoken in certain cities in the northern Netherlands, namely Leeuwarden, Sneek, Bolsward, Franeker, Dokkum, Harlingen, Stavoren, and to some extent in Heerenveen. For linguistic purposes, the dialects of Midsland, Ameland, Het Bildt, and Kollum are also tied to Stadsfries.
The vocabulary of Stadsfries is derived primarily from Dutch. The language began in the late 15th century, when Frisia lost its political independence to the Netherlands. For many living in Frisia, learning Dutch became a necessity. The result was a mixture of Hollandic dialect vocabulary and Frisian grammar and other language principles. Important to note is that since this process began, the Frisian language itself has evolved, such that Stadsfries is further away from modern Frisian than it is from Old Frisian.
One should also pay attention to the name of the language itself, for it is not used in Frisian; instead, Stadsfries is the Dutch term for the language. Stad (German: Stadt) is a Germanic term for "city" or "town", seen in English place names such as "Hempstead". In Stadsfries, the term is Stadsfrys or Stads, or is known simply as the dialect itself, such as Liwwarders. In Frisian, the language is known as Stedsk ("city-ish"), which does not indicate the idea that Stadsfries is a form of Frisian. To indicate this difference, one can call proper Frisian Boerenfries ("farmer-Frisian").
Woordenschat
De woordenschat is, zoals gezegd, erg Hollands, al doet Friese invloed zich zeker gelden. Verder komt er een aantal woordvormen voor die duidelijk Fries, niet Hollands, zijn, zoals hammer voor hamer, en tussenvormen, zoals joeke voor jeuken (Fries jûkje). Ook komen er typisch Friese woorden in voor die in het Nederlands helemaal niet (in die gedaante) bestaan. Gewoonlijk gaat het om typisch huiselijke woorden, zoals mem en heit voor moeder en vader, of om woorden uit het Friestalig gebleven landbouwwezen, zoals jaar (uier) en jarre (gier). Andere verschillen met het Nederlands enerzijds en het Fries anderzijds zijn terug te voeren op de staat van het Hollands (in de 16e eeuw), zoals lêge voor liggen (Fries lizze). Tenslotte heeft het Stadsfries onder de Nederlandse invloed een paar woorden bewaard die uit het Fries inmiddels verdwenen zijn, zoals kyn voor kind (Fries bern) en farndel voor een vierde (deel) (Fries fearn).
Grammatica
De Stadsfriese fonologie wijkt af van de Nederlandse door onder andere de afwezigheid van de stemhebbende klanken /v/ en /z/ aan het begin van een woord. Dergelijke woorden in het Nederlands hebben in het Stadsfries vaak een vertaalequivalent dat begint met de stemloze varianten /f/ en /s/. De Nederlandse klankreeks /sx/ is in het Stadsfries afwezig. Nederlandse woorden met een dergelijke klankreeks hebben in het Stadsfries vaak vertaalequivalenten met /sk/. Het Stadsfries deelt bovenstaande eigenschappen met het Fries en met diverse Hollandse dialecten.
Noch het Hollands, noch het moderne Fries maakt onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke woorden; het Stadsfries doet dat ook niet. De meervoudsvorming sluit bij het Fries aan (skip-skippen), evenals bij de vorming van verkleinwoorden (popke, autootsje, rinkje), uitgezonderd in het Stavers (poppy, autootsy, rinkje, naar Hollandse principes).
De werkwoorden missen de twee Friese zwakke-werkwoordklassen, maar volgen het Fries wel in de vorming van voltooide deelwoorden: die krijgen nooit het voorvoegsel ge- (ik hew maakt; hest dou dat sien?). Het Stadsfries heeft verder de Friese persoonlijke voornaamwoorden do, jo en jimme (jij, u en jullie) behouden (do en jo verschijnen bijna overal als dou en jou); deze woorden kunnen worden gehanteerd als criterium of een Hollands-Fries mengdialect nog Stadsfries mag heten. Het West-Fries heeft deze woorden niet en wordt daarom zonder meer tot het Hollands gerekend.
Spelling
Er is geen gestandaardiseerde, door de overheid erkende of algemeen aanvaarde spelling voor het Stadsfries. De weinige Stadsfriese auteurs hanteren eigen spellingsconventies. De meest gehanteerde spelling is die van het Woordenboek fan ut Liwwarders. Deze spelling is geënt op het Fries, maar fonetischer van aard. De û komt er niet in voor.
Sprekers
Vooral in Leeuwarden is de taal sterk in verval. Ten hoogste een kwart van de Leeuwarders spreekt het Liwwarders nog (vermoedelijk zo'n 20.000). In kleinere plaatsen is dat percentage zeker hoger. Over het dialect van Heerenveen, dat in feite nog in ontwikkeling is, is weinig bekend. Overigens bestond tot in de eerste helft van de twintigste eeuw een Heerenveense variant van het Stadsfries, het Haagjes Fries. Deze variant ontstond rondom Oranjewoud waar de buitenplaats was van de Friese stadhouders.
Natuurlijk zijn in onze tijd alle streektalen, ook het Fries, in verval, maar waar het Fries veel prestige geniet en zelfs de tweede officiële landstaal is, is het Stadsfries, met name in de grote steden, tot een sociolect van de lagere klassen verworden. Die ontwikkeling van dialect tot sociolect heeft zich vooral in de twintigste eeuw doorgezet. Rond 1900 werden de Stadsfriese dialecten nog als regionale varianten van het Nederlands beschouwd en hadden ze een veel hogere status dan het Fries. Met de verbreiding van het Standaardnederlands in de hogere sociale klassen, onder andere door onderwijs en massamedia, verdween het besef dat het Stadsfries een vorm van het Nederlands was en bleven de lagere klassen, die minder Standaardnederlands hoorden, als laatste sprekers over.
Zie ook
- Harlingers, een Stadsfries dialect.
- Snekers, een Stadsfries dialect.
Externe links
- http://www.lowlands-l.net/talk/nld/index.php?page=stadsfries
- http://www.ned.univie.ac.at/publicaties/taalgeschiedenis/nl/fries.htm
Categorie:Nederlandse streektaal en dialect Categorie:Friesland Categorie:Stadsdialect en:Stadsfries language